Life events zijn stom. Punt.

Het leven heeft een aardig volle agenda tegenwoordig. Soms zijn er emotionele gebeurtenissen waar je geen invloed op hebt. Deze ‘life events’ maken we allemaal een keer mee en zijn niet te plannen. Recentelijk kwam mijn wereld op zijn kop te staan toen mijn vader kwam te overlijden, terwijl mijn vrouw en ik tegelijkertijd Long COVID bevochten én middenin een verhuizing zaten.

Mijn vader overleed plotseling en midden in de nacht. De daaropvolgende uren raasden duizenden emoties en gedachten door mijn hoofd. De pijn van het verlies is op dat moment meer dan vers. Er staan duizend-en-één regeltaken op je te wachten. Je maakt je zorgen om je moeder en de crematie dient vlot geregeld te worden. “Wie moeten we allemaal bellen? Hoe ga ik dit nieuws vertellen? Hoe laat is het eigenlijk?” En dan schiet er ineens door je hoofd:

“Shit…ik moet mijn werk óók bellen.”

Dit kun je niet om drie uur in de ochtend doen. Dus wacht je zes uur. Ik werkte er nog maar twee maanden, dus allerlei vragen spookten door mijn hoofd. “Hoe zullen ze reageren? Zijn er op kantoor afspraken over dit soort dingen? Hoe moet ik dit in godsnaam vertellen? Hoe lang kan ik vrij nemen? Wat is ‘normaal’?”

Deze blog schrijf ik om mijn persoonlijke ervaring te delen hieromtrent. Waarom ik me daartoe geroepen voel? Nou: ik ben eerlijk gezegd overdonderd hoe mijn collega’s mij en mijn vrouw gesteund hebben. Dat vind ik an sich al het delen waard. Ik hoop ook dat ik met deze blog tips kan geven voor als je aan de andere kant staat: hoe kun je een collega die zo’n life event meemaakt steunen?

Het eerste belletje met Michiel, onze directeur, gaf troost en rust. Zijn medeleven was oprecht en ik kreeg te horen dat ik net zoveel tijd kon pakken als ik nodig had. Dit bleek voor mij essentieel; ik heb namelijk nul komma nul druk ervaren vanuit het werk en kon me richten op regelen en rouwen. In die waas van crematie-administratie (Ha, dat rijmt!) was het ook fijn dat collega’s contact onderhielden en mij betrokken met wat er speelde op werk. Zonder druk om me hierin te mengen uiteraard. Ik ben na twee weken weer deels aan de slag gegaan, omdat ik dat zelf wilde. Nogmaals: nul druk vanuit de collega’s. Afleiding was een belangrijke reden om weer te beginnen en ook ‘om me weer even normaal te voelen’. Het gemis van een naaste is niet ineens over. Ook nu, enkele maanden later, vragen collega’s aan me hoe het gaat en dat is prettig. Altijd goed om het over mijn vader te hebben; was een toffe peer namelijk.

Als ik het samen moet vatten: ik kon me dankzij mijn collega’s volledig focussen om over de eerste mentale schok te komen en ook lichamelijk te herstellen. Ik heb mijn collega’s beter leren kennen en vertrouwen. En dit is voor mij de kern van het verhaal: doordat ik deze steun, tijd en ruimte kreeg, heb ik de intrinsieke motivatie gekregen om weer te werken.

Om dan ouderwets af te sluiten met een leerzame quote:

“Ain’t no shame in holding on to grief… as long as you make room for other things too.”

– “Bubbles,” The Wire