Onze eigen Kjeldestoteles

Stop met zoeken naar de Perfecte Kandidaat

“Kun je een negatieve eigenschap van jezelf benoemen?” Wanneer je deze vraag op een sollicitatiegesprek krijgt, zul je niet snel zeggen dat je bij tegenslagen enorm bij de pakken neerzit, dat je bij feedback gigantisch uit je slof schiet of dat je het uitermate lastig vindt om je in te leven in een ander persoon. Nee, waarschijnlijk zeg je iets als: “Ik ben te empatisch, te competitief, te direct”, of de meest voorkomende, “te perfectionistisch”. Nu ben ik zelf opgegroeid met de kennis dat alles waar ‘té’ voor staat negatief is, dus waarom beschouwen kandidaten en vooral werkgevers dit soort eigenschappen dan als positief?

Onze eigen Kjeldestoteles

De onhaalbare perfectie

In essentie is perfectie iets wat niet beter kan, zonder fouten of gebreken. Iets dat volmaakt is. De definitie van perfectie is dan misschien vrij makkelijk te bepalen, het bereiken van perfectie is een stuk lastiger. Wanneer je bijvoorbeeld te perfectionistisch bent zou je problemen kunnen ondervinden met het bereiken van een bepaald doel, maar vooral zou je bij het bereiken van dat doel nog steeds onbevredigend zijn. Het kan immers altijd beter. Voor een werkgever is dit een begrijpelijk interessante eigenschap om aan boord te halen, want ook al wordt perfectie niet behaald, er wordt nog wel een hoog resultaat bereikt.

“Wees niet bang voor perfectie, je zult het nooit bereiken.” – Salvador Dali

Laten we dit streven naar het uiterste van een andere kant bekijken, het perspectief van de kandidaat. Het perfectionisme hebben we hiervoor vooral benaderd met het oog op een bepaald doel. We kunnen het ook breder zien, want wij allemaal (perfectionistisch of niet) zouden graag de beste versie van onszelf zijn en streven in onze karaktereigenschappen ook naar het perfecte. We zouden onszelf graag zien als de moedigste, verstandigste en de rechtvaardigste. Het streven naar de uiterste karaktereigenschappen of hoogst mogelijke resultaat lijkt dan wel een mooi uitgangspunt, maar is dat wel de juiste?

Bron: @macpukpro

De Gulden Middenweg

Gelukkig hoeven we niet het wiel opnieuw uit te vinden, aangezien er al over karaktereigenschappen wordt gesproken sinds de uitvinding van het wiel. De oud-Griekse filosoof Aristoteles (leerling van Plato) beschrijft in zijn meest prominente werk, de ‘Ethica Nicomachea’, de deugdethiek aan de hand van de vier kardinale deugden: wijsheid, rechtvaardigheid, moed en zelfbeheersing. Hij pleit dat perfectie niet te vinden is in een uiterste, maar juist in het midden tussen twee extremen, ook wel de Gulden Middenweg genoemd. In de deugd ‘wijsheid’ zou te weinig wijsheid leiden tot impulsiviteit en te veel tot besluiteloosheid. Perfectie is dus ergens tussen die twee uitersten te vinden. Het midden is niet als exact punt aan te wijzen, maar verschilt per situatie. Aristoteles laat zien dat je perfect kunt handelen, maar niet perfect kunt zijn.

Perfectie als de vijand

De wijsheden uit de oudheid kunnen ons op de dag van vandaag dus nog steeds een fris perspectief geven, zeker in een tijd waarin de lat naar perfectie steeds hoger lijkt te worden. Het is juist die drang naar perfectie wat volgens de verlichtingsfilosoof Voltaire hindert in vooruitgang. Wanneer je als werkgever op zoek gaat naar de perfecte kandidaat en daardoor andere geschikte kandidaten laat lopen, mis je natuurlijk veel potentie. Andersom is het ook waar: als je als kandidaat jezelf niet geschikt acht voor bepaalde uitdagingen kun je je droombaan mislopen. Laten we dus wat beter luisteren naar deze wijsheid van Voltaire: “Perfectie is de vijand van al het goede. Bij sommige dingen moeten we gewoon tevreden zijn, goed genoeg.”

Op zoek naar personeel of juist naar vacatures in de financiële branche? Lees hoe wij te werk gaan of bekijk direct onze openstaande vacatures!